Internetadres: http://www.dbnl.org/tekst/bork001lett01/
********
Dit lexicon is per 1 maart 2002 digitaal ter beschikking gekomen via de Digitale Bibliotheek op bovenstaand Internetadres.
Terug naar (sub)categorie:
Nederlandstalige lexica:
letterkunde
Betekenis van een VAKTERM
Uit de Inleiding en verantwoording:
Het gebruik van deze woorden kon niet anders dan deze mensen aangenaam
verrassen die gauw-gauw voor elk nieuw fenomeen dat ze treft een
lexiconverklaring bij de hand wensen. (Het lexicon is het oorkussen van de
luiaard).
(Paul van Ostaijen. Verzameld werk, Proza, p. 113).
Doelstellingen
Als
er iets is wat wij met dit lexicon hebben willen vermijden, dan is het wel dat
dit een naslagwerk voor luiaards zou worden. Uiteraard is het een woordenboek
van literaire termen als vele andere letterkundige lexica waarin men de
betekenissen van deze termen kan terugvinden. Wij hebben dit werk echter niet
alleen samengesteld voor gebruikers die slechts pasklare antwoorden willen
krijgen op hun vragen, maar vooral voor diegenen die geconfronteerd willen
worden met de problematische aspecten van de definiëring van vaktermen. Het
publiek dat wij voor ogen hebben, bestaat dus niet alleen uit diegenen die dit
lexicon gebruiken als naslagwerk, maar vooral ook uit studenten letterkunde en
vakgenoten die het raadplegen om te worden doorverwezen naar bestaande
literatuur over het onderwerp.
Er
is een aantal redenen waarom wij aan dit lexicon van letterkundige termen zijn
begonnen. Hoewel er in het Nederlandse taalgebied al enkele lexica op dit
terrein bestaan, zijn wij van mening dat daarin bepaalde onderdelen van het vak
niet of nauwelijks voorkomen. Wij meenden er goed aan te doen de gebruiker in
één lexicon terminologie aan te bieden die nu verspreid over de verschillende
disciplines in tal van lexica is opgenomen. Zo vindt men hier terminologie op
het gebied van de analytische bibliografie, de systematische bibliografie, de
codicologie, de archivistiek en de paleografie naast de termen uit de retorica,
de poëtica, de literaire kritiek, de literatuurgeschiedenis, de algemene
literatuurwetenschap en andere disciplines in één alfabetisch geordend lexicon
bijeen. Het gaat daarbij om die termen die zijn ingeburgerd in de neerlandistiek
en waarvan in de Nederlandstalige (vak)literatuur voorbeelden zijn aan te
wijzen.
Naar
ons oordeel houden de bestaande lexica - een enkele uitzondering daargelaten -
te weinig rekening met de oorspronkelijke gebruikssituatie van bepaalde termen.
Veel van de in de neerlandistiek gangbare termen zijn bijvoorbeeld afkomstig uit
de literaire kritiek en minstens zo dikwijls uit het alledaagse spraakgebruik.
Dat betekent dat ze geen wetenschappelijke fundering hebben en dan ook lastig
eenduidig te definiëren zijn omdat ze een oordeel, een opvatting en meestal ook
een wisselende, van de tijd en situatie afhankelijke betekenis hebben. Wat moet
men bijvoorbeeld verstaan onder een realistische roman of een romantisch
verhaal? Daar is gewoonlijk een opvatting van de gebruiker van de term mee
gemoeid die dan bovendien nog een tijdgebonden karakter blijkt te hebben.
Hetzelfde kan gezegd worden van termen als aanschouwelijkheid of plastiek,
triviaalliteratuur, keukenmeidenroman of van zulke ogenschijnlijk
heldere en algemeen gangbare begrippen als motief of thema. Veel
van deze en soortgelijke benoemingen van literaire verschijnselen zijn ontstaan
in het literaire circuit: de dagelijkse praktijk van schrijvers, critici,
essayisten, toneelspelers, uitgevers e.a. Ze missen de exact te omschrijven
inhoud die men van wetenschappelijke termen zou mogen verwachten. Dat is dan ook
mede de reden van het feit dat wij soms contemporaine literair-kritische
omschrijvingen en opvattingen uit het verleden hebben aangehaald ter illustratie
van het tijdgebonden karakter van een bepaalde term.
Maar
met veel zogenaamde 'wetenschappelijke terminologie' is het in feite niet anders.
We noemden al de termen thema en motief, maar ook termen als genre
en de ermee verbonden indeling in dramatiek, epiek en lyriek
blijken in de praktijk sterk subjectief en door de tijd bepaald. Veel van deze
termen kennen een lange geschiedenis en in de loop der jaren heeft men er een
steeds gewijzigde en aangepaste betekenis aan toegekend. Die
betekenisveranderingen zijn doorgaans niet het resultaat van een zorgvuldige
reflectie op de inhoud van die terminologie zelf, maar eerder een gevolg van de
wijzigingen in de literaire praktijk. Zo kan het ontstaan van nieuwe teksttypen
waarop eenzelfde term van toepassing blijkt, een inhoudelijke verschuiving van
de betekenis van die term bewerkstelligen. Men denke maar aan een
genreaanduiding als roman in de combinaties ridderroman, psychologische
roman, reportageroman en damesroman. Een definitie van een
dergelijk begrip legt de betekenis ervan in feite vast, terwijl die betekenis
allerminst vast blijkt te zijn.
In
de praktijk betekent het voorgaande dat wij ervan zijn uitgegaan dat een beschrijving
van de betekenis van een term in veel gevallen vergezeld dient te gaan van
aantekeningen over het historisch gebruik ervan of van opmerkingen over de
betrekkelijkheid of onzekerheid van de gegeven betekenis. Maar belangrijker nog
is dat wij dergelijke termen plaatsen in het kader van de ermee verbonden
literatuuropvattingen.
Deze
doelstelling zou gemakkelijk kunnen leiden tot oeverloosheid in de omschrijvingen
van bepaalde betekenissen. Wij hebben een lexicon op het oog gehad en geen verzameling
studies over vakterminologie. Om te voorkomen dat de lemmata op grond van de
gegeven overwegingen een uitdijend heelal zouden gaan vormen, hebben wij uit de
gangbare omschrijvingen niettemin een keuze moeten maken. Deze beknoptheid van
informatie wordt ondervangen door een literatuuropgave per trefwoord. Deze
secundaire literatuur dient een tweeledig doel: ze registreert waar dat mogelijk
is de discussie die er over het gebruik van bepaalde termen gevoerd is of
gevoerd wordt én ze stelt de gebruiker in staat om zelf aanvullingen en
verfijningen aan te brengen bij de in het lexicon gegeven beschrijvingen.
Wij
hebben er in dit lexicon naar gestreefd om de beschreven verschijnselen en zaken
van voorbeelden te voorzien uit het Nederlandse taalgebied. Waar dat mogelijk is
(wanneer het voorbeeld slechts enkele regels omvat), wordt het in het lemma
opgenomen: zo laat een voorbeeld van staartrijm of van een paradox
zich gemakkelijk in zijn geheel citeren. Naar voorbeelden die teveel ruimte
zouden vergen, zoals burgerlijk drama of thriller, wordt verwezen
met het vermelden van een auteur, een titel en een jaartal van het
desbetreffende werk.
Literatuurverwijzingen
Er
worden in dit lexicon drie soorten literatuurverwijzingen gebruikt. Bij
de voorbeelden die als citaat in de tekst zijn opgenomen, wordt telkens de bron
vermeld. Dat geschiedt met een sterk verkorte titelbeschrijving. Zo wordt de
verwijzing naar pagina 47 van de Verzamelde gedichten van Martinus
Nijhoff in de uitgave van 1974 als volgt aangegeven: (M. Nijhoff, VG
(1974), p. 47).
De
lemmata worden afgesloten met een literatuuropgave die de gebruiker nader kan
informeren over het trefwoord. Deze literatuuropgaven worden voorafgegaan door
'LIT:'. Daarna volgen - in alfabetische volgorde - eerst een of meer korte
aanduidingen van door ons geraadpleegde lexica, handboeken of monografieën
(geraadpleegd zijn o.a. Abrams, Baldick,
Bantel, BDI, Best,
Brongers, Buddingh', Cuddon,
Fowler, Van Gorp, Krywalski,
Ter Laan, Lausberg,
Lexikon des Mittelalters, Leeman/Braet,
Lexicon archieftermen, Lodewick,
Longman, Metzler, MEW,
Morier, Prince, Princeton
Encyclopedia, Scott, Shipley,
Ueding, Von Wilpert, Wörterbuch
Rhetorik). De
lexica zijn altijd vermeld door middel van een letterwoord of auteursnaam wanneer het trefwoord erin voorkomt. Dat is
niet altijd onder hetzelfde trefwoord, bijvoorbeeld niet in de Frans-, Duits- of
Engelstalige lexica. In dat geval kan een nomenclatuur gebruikt worden, zoals
die van W.V. Ruttkowski: Nomenclator litterarius (Bern etc., 1980). In
alle andere gevallen waarin wij standaardliteratuur hebben geraadpleegd, wordt
via zo'n letterwoord of naam verwezen naar werken waarin nadere informatie over
het trefwoord te vinden is.
Vervolgens worden in de literatuuropgave in chronologische volgorde de belangrijkste titels gegeven van publicaties over het desbetreffende onderwerp. Wij zijn daarbij niet uitgegaan van volledigheid, maar hebben ernaar gestreefd alleen die titels te vermelden die de gebruiker verder op weg kunnen helpen in het vinden van uitvoeriger informatie en meer literatuur over het onderwerp. Het accent ligt op recente Nederlandstalige secundaire literatuur.
Trefwoorden:
Bork, G.J. van - genres - Jansen, J. - Kuiper, W. - Letterkundig Lexicon voor de Neerlandistiek - lexica, literaire termen - Meder, Th. - poëtica - Raue, S. - retorica - stromingen - Struik, H. - termen, literaire - Thyn, F. van - Verkruijsse, P.J. - Vis, G.J.
[Top]